Skip to content

Latest commit

 

History

History
97 lines (78 loc) · 4.84 KB

ch03_Beveiliging.md

File metadata and controls

97 lines (78 loc) · 4.84 KB

Beveiliging, autorisatie en protocollen

Authenticatie en autorisatie

Binnen de Digimelding-keten vindt op meerdere plaatsen authenticatie en autorisatie plaats.

In deze sectie wordt uitgelegd welke verschillende middelen er zijn en in welke stap ze gebruikt worden. Binnen Digimelding vinden authenticatie en autorisatie plaats op transportniveau, applicatieniveau en soms op persoonsniveau. Transport en logistiek gaan via de Digikoppeling-standaarden.

Op applicatieniveau gaat het over de terugmeldapplicatie van de afnemer, Digimelding Webservice en TMVs van basisregistraties.

Persoonsniveau komt voor bij Digimelding Portaal en mogelijkerwijs bij nog te ontwikkelen andere oplossingen die gebruik maken van eHerkenning of SSOn Rijk. Daarnaast kent een afnemende organisatie ook nog interne authenticatie en autorisatie voor het verkrijgen van toegang door de terugmelder tot de terugmeldapplicatie. Dit is buiten scope van deze specificatie.

Authenticatie en autorisatie bij Digimelding

Autorisatie
Terugmelder Terugmeld Applicatie Digikoppeling Adapter TMV Basisregistratie
E-herkenning in DMKS bericht
OIN
Vestigingsnr
Persoonsaanduiding
OIN in DMKS bericht OIN in Digikoppeling Headers WS-Adressing Transport via Digikoppeling
SSOn Rijk
OIN
Vestigingsnr
Persoonsaanduiding
(PKIO certificaat met OIN voor signing) PKIO certificaat met OIN voor TLS/signing Applicatie: via OIN in DMKS bericht of via E-Herkenning : OIN, vestigingsnummer en persoonsaanduiding in DMKS bericht of via SSOn Rijk attributen
Vrije keuze OIN in Digikoppeling Header WS-security

Figuur 2. Authenticatie en autorisatie bij Digimelding

Indien in de keten de terugmelder met eHerkenning geauthenticeerd wordt, willen basisregistraties dit altijd gebruiken als autorisatiemiddel en dienen de eHerkenningsgegevens ( 'OIN'1, 'vestigingsnummer' en 'pseudoID' van de natuurlijk persoon(ontvangen via een SAML-token) in het DMKS-bericht doorgegeven te worden. In deze gevallen is de autorisatie voor de TMV-applicatie geregeld middels eHerkenning op persoonsniveau.

1 De eHerkenningmiddelenleverancier stuurt een SAML token terug met daarin o.a. het 'OIN' zoals in de eHerkenningskoppelvlakstandaard is gespecificeerd. Dit 'OIN' met een prefix 00000003 is niet gelijk aan het door Logius uitgegeven OIN zoals in het OIN-register is opgenomen.

Indien in de keten de terugmelder met SSOn-Rijk geauthenticeerd wordt, willen basisregistraties dit altijd gebruiken als autorisatiemiddel en dienen de gegevens ('OIN', en 'pseudoID' ) van de natuurlijk persoon (ontvangen via een SAML-token) in het DMKS-bericht doorgegeven te worden. In deze gevallen is de autorisatie voor de TMV-applicatie geregeld middels SSOn-Rijk op persoonsniveau.

In het geval dat er geen authenticatie op Persoonssniveau plaatsvindt, worden authenticatie en autorisatie op applicatieniveau gedaan op basis van het OIN van de afnemende organisatie. Dit is het OIN dat een organisatie krijgt wanneer deze zich aanmeldt voor Digikoppeling en is terug te vinden in het OIN-register van Logius. Dit OIN wordt opgenomen in het DMKS-bericht.

Indien de basisregistratie er om vraagt kan als extra authenticatiemiddel signing van het DMKS-bericht met een PKIoverheidcertificaat worden gevraagd. Dit certificaat dient van de afnemende organisatie te zijn en het OIN te bevatten zoals uitgegeven toen de organisatie zich aanmeldde voor Digikoppeling.

Op transportniveau wordt geautoriseerd op het OIN dat door de Digikoppeling-adapter van de afnemende organisatie wordt gebruikt. Dit wordt gebruikt in de Digikoppeling headers WS-Addressing (WUS) en PartyID (ebMS) en in het PKIoverheidscertificaat dat voor transport beveiliging (TLS) wordt gebruikt. Dit is niet altijd het OIN van de organisatie zelf! Bij sectorale knooppunten, SaaS-oplossingen en samenwerkingsverbanden kan dit mogelijk een ander OIN zijn. De interne authenticatie en autorisatie (indien anders dan eHerkenning/SSOn-Rijk) is volledig vrij door de afnemende organisatie in te vullen. Hiervan hoeft niets meegegeven te worden in DMKS-berichten.

Protocollen

Bij synchrone communicatie wordt gebruik gemaakt van Digikoppeling WUS volgens het '2W-be'-profiel2 met ondersteuning voor MTOM voor efficiënt transport van attachments.

Indien een basisregistratie verzoekt om een authenticatie van de terugmeldende organisatie wordt bij synchrone communicatie gebruikt gemaakt van WUS Profiel Digikoppeling 2W-be-S3.

2 Best Effort, beveiligd met tweezijdige TLS

3 Best Effort, beveiligd met tweezijdige TLS en gesigneerde berichten