Skip to content

Technical Dutch including Vocabulary and Example Phrases for Software Developers

Notifications You must be signed in to change notification settings

bzdgn/technical-dutch-for-software-developers

Folders and files

NameName
Last commit message
Last commit date

Latest commit

 

History

12 Commits
 
 
 
 

Repository files navigation

Technical Dutch For Software Developers

These are my dutch notes based on technical context. I'm a software developer working in a dutch company, and because the daily used language and the documentation is in dutch, I am making an independent repository totally dedicated to dutch language in the context of IT.

Please check this repository periodically because this repo is going to be evolved as I progress.

TOC

0 Introduction

This repository consist of several parts such as vocabulary, adjectives/adverbs, verbs and examples.

I'll update this repository as I progress so please check this repository periodically.

TIP: Please note that it would be better to study this repository in addition with my other dutch language related repositories;

Go back to TOC

1 Adjectives And Adverbs

dutch meaning english meaning
aantoonbaar demonstrably (acikca, görülebilir sekilde)
absoluut absolute
achteraf afterwards
afgelopen last, past, finished
allemaal everybody (dag allemaal)
alvast already
apart separate
automatisch automatic
bekend known
belangrijk important
benaderbaar approachable
bepaalde particular
beschikbaar available
bezig busy
bijbehorend associated, matching, corresponding
bijzonder special / particular
bruikbaar usable
daardoor thereby (there through)
daarna afterwards
downloadbaar downloadable
duidelijk obvious
eenmalig one-off (bir kereye mahsus, tekil)
echter however, though
ervoor before
eventueel possibly, occasionally
geldig valid
gelukkig happy, happily, fortunately, luckily
gevaarlijk dangerous
gevoelig sensitive
grotendeels for the most part, largely
handmatig manually
hierbij hereby
hierin herein
hierdoor because of this
hieruit from here
initieel initially
inmiddels in the meantime, meanwhile
juist right
leeg empty
los loose
middels through
mogelijk possible
moeiljik difficult
momenteel at the moment, currently
nader further
namelijk namely
onafhankelijk independent
onbruikbaar unusable
onderaan at the bottom of
ongeldig invalid
ongeveer about, approximately, roughly
overigens besides, moreover
per ongeluk by accident, accidentally
persoonlijk personal
qua qua, regarding, in terms of, concerning
schoon clean
speciaal special
specifiek specific
succesvol successful
stabiel stable
tijdelijk temporarily
toegankelijk accessible
totaal totally
uiteindelijk in the end, eventually, finally
uiteraard of course (natuurlijk gibi)
verdacht suspicious
verder further
vergelijkbaar comparable
veilig safe
vervolgens thereafter, subsequently
vet fat
voldoende sufficient
volledig fully, complete
vooral especially
voorheen before
voorlopig at the time being, currently, for the moment
vrij free
vrijheid freedom
vuil dirty
vies dirty
waarmee by which
wegens due to, because of
zover so far

Go back to TOC

2 Nouns

article dutch meaning english meaning
het aanbod offer
de aanleiding reason, cause, inducement (motivasyon)
de aanvraag request
de actie action
de afbeelding image
de afdeling department
het afscheid goodbye, farewell
de applicatie application
het beheer management
de beheerder administrator
de bereider preparer
het bericht message
het bestaan existence
het bestand file (computer file)
de bestelling order
de bevinding finding
het bord plate / board
de bron source
de configuratie configuration
het deel section
de definitie definition
het dossier file (dose, email, kagit olarak)
het doel goal / target
de doorlooptijd lead time (the time between the initiation and completion of a production process.)
de enige the only
de entiteit entity
het formulier form
de gebruiker user
het geheugen memory
het geluk luck
de gids guide
de grootte size
de indeling layout, grouping
de ingang entrance
de initiële initial
de installatie installation
de instantie instance
de invoer input
het inzicht insight
de jeugd youth
de kans chance
de knop button
de kwestie issue
de laag layer
de lijst list
de macht power
de map folder
de massa mass
de mate extent, degree
de migratie migration
de mogelijkheid possibility
het niveau level
de nieuwkomer new comer
de omgeving environment
de omschrijving description
het onderdeel part / component part
het onderscheid distinction
de ondersteuning support
het ongeluk accident
het oordeel judgment
de oorzaak cause
de oplossing solution
de oplossingsrichting solution direction
de opmerking comment, note
de oproep call
het opstarten boot up
het opwarmen warming up
de overdracht transmission (database overdracht)
het overzicht overview
de pagina page
de partij party
het proces process
het profiel profile
het rapport report
het recht right
de reden reason
de referentie reference
de rekening bill
het resultaat result
het risico risk
de rol role
de scheiding separation
het scherm screen / display
het soort sort, kind
de tabel table (tablo gibi)
de taak task
de toelichting explanation
het totaal total
de tegel tile (computer: widget)
de toekomst future
de uitdaging challenge
de uitgang exit
de uitleg explanation
de uitnodiging invitation
het vaccin vaccine
de verbinding connection
de vergadering meeting
het verkeer traffic
de verrassing surprise
het verschil difference
de versie version
de versnelling gear / acceleration
de volgorde sequence / order (volgen orde)
het voorbeeld example
de voorbereiding preparation
het voorstel proposal
de waarde value
de weergave display?
de werkzaamheid efficacy (tesir, yararlılık, faydalik)
de wijziging the change
de zaak case, affair, matter

Go back to TOC

3 Verbs

dutch infinitive present perfect past singular past plural english meaning
aangeven heb aangegeven gaf aan gaven aan indicate
aanpassen heb aangepast paste aan pasten aan adjust
aanraken heb aangeraakt raakte aan raakten aan touch
aanzetten heb aangezet zette aan zetten aan turn on switch on
accepteren heb geaccepteerd accepteerde accepteerden accept
afleveren heb afgeleverd leverde af leverden af deliver
aflopen heb afgelopen liep af liepen af expire end
afmaken heb afgemaakt maakte af maakten af finish terminate
bedoelen heb bedoeld bedoelde bedoelden mean
beïnvloeden heb beïnvloed beïnvloedde beïnvloedden influence
bekijken heb bekeken bekeek bekeken view
benaderen heb benaderd benaderde benaderden approach
bepalen heb bepaald bepaalde bepaalden decide determine
bereiden heb bereid bereidde bereidden prepare
berekenen heb berekend berekende berekenden calculate
bestaan heb bestaan bestond bestonden exist
betreffen heb betroffen betrof betroffen concern
bevatten heb bevat bevatte bevatten contain
bieden heb geboden bood boden offer
bouwen heb gebouwd bouwde bouwden build
condoleren heb gecondoleerd condoleerde condoleerden condole
configureren heb geconfigureerd configureerde configureerden configure
definiëren heb gedefinieerd definieerde definieerden define
deelnemen heb deelgenomen nam deel namen deel participate
delen heb gedeeld deelde deelden share
denken heb gedacht dacht dachten think
detecteren heb gedetecteerd detecteerde detecteerden detect
dienen heb gediend diende dienden serve, ought to, expected to
doorlopen heb doorlopen/doorgelope n doorliep liep door go through keep going
doorsturen heb doorgestuurd stuurde door stuurden door forward, send onwards
downloaden heb gedownload downloadde downloadden download
draaien heb gedraaid draaide draaiden turn, spin (to play CD), run
exporteren heb geëxporteerd exporteerde exporteerden export
gebeuren heb gebeurd gebeurde gebeurden happen
gebruiken heb gebruikt gebruikte gebruikten use
gooien heb gegooid gooide gooiden throw
hopen heb gehoopt hoopte hoopten hope
hosten heb gehost hostte hostten host
implementeren heb geïmplementeerd implementeerde implementeerden implement
inladen heb ingeladen laadde in laadden in load in ship
inloggen heb ingelogd logde in logden in log in
instellen heb ingesteld stelde in stelden in to set (up), to configure
invullen heb ingevuld vulde in vulden in fill in
kennen heb gekend kende kenden know (a person, a thing)
kiezen heb gekozen koos kozen choose
knallen heb geknald knalde knalden pop, bang, fire up
krijgen heb gekregen kreeg kregen get
laden heb geladen laadde laadden load
lijken heb geleken leek leken seems like
lukken heb gelukt lukte lukten to succeed, to work, to go right
maken heb gemaakt maakte maakten make
neerzetten heb neergezet zette neer zetten neer to set down, to put down, deposit
nemen heb genomen nam namen take
omgaan ben omgegaan ging om gingen om handle, cope, deal
omvallen heb omgevallen viel om vielen om fall over, topple
omzetten heb omgezet zette om zetten om convert, to turn, to flip
ontdekken heb ontdekt ontdekte ontdekten discover
onderzoeken heb onderzocht onderzocht onderzochten investigate
ontbreken heb ontbroken ontbrak ontbraken missing
ontstaan ben ontstaan ontstond ontstonden arise, to come into being
ontvangen heb ontvangen ontving ontvingen receive
ontwikkelen heb ontwikkeld ontwikkelde ontwikkelden develop
opbouwen heb opgebouwd bouwde op bouwden op build up
opdelen heb opgedeeld deelde op deelden op divvy up, subdivide, divide
ophalen heb opgehaald haalde op haalden op pick up
oplossen heb opgelost loste op losten op solve, resolve
opmerken heb opgemerkt merkte op merkten op notice, remark
oproepen heb opgeroepen riep op riepen op call, invoke, appeal
opslaan heb opgeslagen sloeg op sloegen op save store
opsplitsen heb opgesplitst splitste op splitsen op split up
opstarten heb opgestart startte op startten op start up (comp: to boot, to launch)
opzetten heb opgezet zette op zetten op set up to place
overeenkomen ben overeengekomen kwam overeen kwamen overeen agree
overleggen heb overlegd overlegde overlegden discuss to talk over consult
overzetten heb overgezet zette over zetten over ferry, transfer
pakken heb gepakt pakte pakten grab fetch take
plaatsen heb geplaatst plaatste plaatsten place
plaatsvinden heb plaatsgevonden vond plaats vonden plaats to take place, occur
presenteren heb gepresenteerd presenteerde presenteerden present
rapporteren heb gerapporteerd rapporteerde rapporteerden report
roepen heb geroepen riep riepen called (call), shout
realiseren heb gerealiseerd realiseerde realiseerden realize
refereren heb gerefereerd refereerde refereerden refer
rennen heb gerend rende renden run
resulteren heb geresulteerd resulteerde resulteerden result
selecteren heb geselecteerd selecteerde selecteerden select
smaken heb gesmaakt smaakte smaakten taste
spelen heb gespeeld speelde speelden play
splitsen heb gesplitst splitste splitsten split
spreken heb gesproken sprak spraken speak
staan heb gestaan stond stonden stand
starten heb gestart startte startten start
toevoegen heb toegevoegd voegde toe voegden toe add
tonen heb getoond toonde toonden show
trekken heb getrokken trok trokken pull draw
uitbreiden heb uitgebreid breidde uit breiden uit expand extend
uitladen heb uitgeladen laadde uit laadden uit unload
uitvoeren heb uitgevoerd voerde uit voerden uit execute
uitzetten heb uitgezet zette uit zetten uit turn off switch off
uitzoeken heb uitgezocht zocht uit zochten uit investigate (see: onderzoeken)
vallen heb gevallen viel vielen fall
veranderen heb veranderd veranderde veranderden change
verbinden heb verbonden verbond verbonden connect
vergelijken heb vergeleken vergeleek vergeleken compare
verdenken heb verdacht verdacht verdachten suspect
verduidelijken heb verduidelijkt verduidelijkte verduidelijkten clarify
verdwijnen ben verdwenen verdween verdwenen disappear
vergeten heb vergeten vergat vergaten forget
verhelderen heb verhelderd verhelderde verhelderden clarify (2), illuminate
vermenigvuldigen heb vermenigvuldigd vermenigvuldigde vermenigvuldigden multiply reproduce
verschijnen ben verschenen verscheen verschenen appear
versturen heb verstuurd verstuurde verstuurden send
vervangen heb vervangen verving vervingen replace, substitute
verversen heb ververst ververste verversten refresh
verwerken heb verwerkt verwerkte verwerkten process
verwijderen heb verwijderd verwijderde verwijderden remove delete
verzoeken heb verzocht verzocht verzochten request
vinden heb gevonden vond vonden find
volgen heb gevolgd volgde volgden follow
voltooien heb voltooid voltooide voltooiden complete
voorbereiden heb voorgebereid bereidde voor bereidden voor prepare
voorkomen ben voorgekomen kwam voor kwamen voor to occur, to exist, to happen
voorstellen heb voorgesteld stelde voor stelden voor propose, represent, present, suggest
voorzien heb voorzien voorzag voorzagen provide
vragen heb gevraagd vroeg vroegen ask
vullen heb gevuld vulde vulden fill
weergeven heb weergegeven gaf weer gaven weer to display, to render/interpret, give back
wegschrijven heb weggeschreven schreef weg ??? weg to write data to long-term storage (e.g. hard disk)
weten heb geweten wist wisten know, remember, be able to (see wiktionary)
wijzigen heb gewijzigd wijzigde wijzigden modify, edit
worden ben geworden werd werden become
zetten heb gezet zette zetten put set place
zien heb gezien zag zagen see
zoeken heb gezocht zocht zochten search
zorgen heb gezorgd zorgde zorgden care

Go back to TOC

4 Example Phrases For Adjectives and Adverbs

word example usage meaning in english
placeholder placeholder placeholder
placeholder placeholder placeholder
placeholder placeholder placeholder

Go back to TOC

5 Example Phrases For Nouns

word example usage meaning in english
placeholder placeholder placeholder
placeholder placeholder placeholder
placeholder placeholder placeholder

Go back to TOC

6 Example Phrases For Verbs

word example usage meaning in english
placeholder placeholder placeholder
placeholder placeholder placeholder
placeholder placeholder placeholder

Go back to TOC

Releases

No releases published

Packages

No packages published